Mi-cuit

Deze column verscheen eerder in MjamTaart.

Niet lang geleden had ik een grappige discussie met een paar vrienden. De decadente vraag die werd opgeworpen was: wat is het beste chocoladetoetje?

Over smaak valt niet te twisten zou je zeggen, maar die basiswijsheid lieten we even voor wat ze was. Met overtuiging werden desserts aangedragen en verdedigd. De koekjes van de chocolademacarons waren zo licht en de ganache ertussen zo vol van smaak, dat ik sterk aan mijn eigen keuze begon te twijfelen. Daarna kwam geweldig straciatellaijs, perfect Italiaans gemaakt, romig, niet te zoet en met heerlijke ongelijke stukken chocolade waarvan de fantoomsmaak lang in mijn mond bleef hangen. En als klap op de vuurpijl werd een prachtig geometrisch stuk Sacher-Torte voorgeschoteld, met een luchtige cake die smolt op mijn tong en laagjes ambachtelijke abrikozenjam waar mijn vorkje zachtjes doorheen sneed voor net iets te grote happen.

“Je hebt nog niets gezegd,” klonk een stem in de verte.

Heel even wilde ik zeggen: jullie hebben allemaal gelijk maar tegelijk ook wilde ik het spel niet bederven: “Het perfecte chocoladetoetje is… de mi-cuit.”

“Miekwie?” wilde de Sacher-liefhebster weten.

“Mi… cuit, half gebakken.”

“Ah ja.”

“Ik ken het,” zei de macaron-bewonderaar, “fenomenaal inderdaad.”

“Ik niet,” zei de straciatella-fan, “half gegaard, dat klinkt niet direct smakelijk…”

“Maar daar zit wel de kern, dat wil zeggen: het hart blijft zacht en dat maakt het zo lekker! En het mooie is: ze zijn zo te maken…”

“Dat willen we zien,” zei straciatella.

“Ok, als iemand me even helpt,” zei ik en haalde bakpapier en een schaar te voorschijn.

Ik heb weinig over de historie van de mi-cuit kunnen vinden, alleen dan dat het meestal wordt beschreven als komend uit de klassieke Franse keuken. Het is eigenlijk een klein cakeje, individueel gebakken, met (amandel)meel, boter, eieren, suiker en natuurlijk chocolade. Eerst moet de chocolade smelten met de boter. Dan de eieren geklopt met de suiker. Hierdoor gaat het meel en daarna het chocoladeboter mengsel. Tot hier kan het niet makkelijker. Maar dan is het even oppassen. De individuele vormpjes kunnen het best met bakpapier worden bekleed anders gaat het baksel plakken. En even bepalend is de baktijd: ieder mengsel en iedere oven reageert anders. Het is een kwestie van uitproberen.

Er zijn twee hoofdversies: de mi-cuit au chocolat fondant en de mi-cuit au chocolat coulant. Deze laatste heeft een vloeibaar hart onder de gebakken cake, de fondant is alleen zacht van binnen.

Met recepten valt eindeloos te variëren. Vaster of vloeibaarder. Allerlei ingrediënten kunnen worden toegevoegd, zoals gekonfijte sinaasappel, koffie, tijm of kaneel. Ik druk, als de bakvormpjes zijn gevuld met donkere chocolade, vaak stukjes witte chocolade onder het oppervlak. Die komen dan later als verrassing tevoorschijn.

De oven liet zich horen. Ik keerde de vormpjes om op schoteltjes. We zetten onze lepeltjes in de chocoladecake die aan de buitenkant niets verraadde. Maar direct verdween de weerstand en schoven we naar het zachte smeltende hart.

“Ok,” zei straciatella met een dromerige blik, “dat mag er zijn.”

“Geweldig,” sloot macaron wijs de discussie af waar ze begon, “ik weet meer dan ooit: het beste chocoladetoetje bestaat niet.”

Arnout